gezinshoofd
Nederlands
![](../I/m/Head_of_family_celebrating_75_years_in_1903.jpg)
het gezinshoofd viert zijn 75ste verjaardag
Woordafbreking
- ge·zins·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gezin en hoofd met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezinshoofd | gezinshoofden |
verkleinwoord | gezinshoofdje | gezinshoofdjes |
Zelfstandig naamwoord
gezinshoofd o [1]
- het hoofd van een gezin
- Terugbladerend vanaf de ondergang van Nicolaas II, beland je bij diens vader Alexander III (de Kolos), die in 1881, na de moord op zíjn vader, de liberale Alexander II, met harde hand regeerde. Ook hij is een trouwe echtgenoot en een liefhebbend gezinshoofd, maar Sebag Montefiore maakt hem ronduit belachelijk door hem in zijn vrije tijd als een ongeremde drinkeboer neer te zetten, die uit een geheime ruimte in zijn laarzen stiekem cognac drinkt. Bezopen op de grond liggend, probeert de tsaar met zijn armen en benen zwaaiend passerende hovelingen pootje te lichten.[2]
Gangbaarheid
- Het woord gezinshoofd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gezinshoofd' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.