gezet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gezet (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /χəˈzɛt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈzɛt/
Woordafbreking
- ge·zet
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘corpulent’ voor het eerst aangetroffen in 1647 [1]
- vervoeging van zetten: de stam met omvoegsel ge- -t, zonder -t omdat de stam al op -t eindigt
- Naamwoord van handeling van zetten met het voorvoegsel ge- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gezet | gezetter | gezetst |
verbogen | gezette | gezettere | gezetste |
partitief | gezets | gezetters | - |
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord gezet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gezet' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.