stout
Nederlands
Woordafbreking
- stout
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stout | stouter | stoutst |
verbogen | stoute | stoutere | stoutste |
partitief | stouts | stouters | - |
Hyponiemen
- overstout
Afgeleide begrippen
- stouterd, stouterik, stoutheid, stoutig, stoutmoedig, stoutweg, verstouten
Uitdrukkingen en gezegden
- De stoute schoenen aantrekken
het doen van datgene waar iemand tegenop gezien heeft
Vertalingen
2. stoutmoedig
Gangbaarheid
- Het woord stout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stout' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "stout" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- stout op website: Etymologiebank.nl
- stout op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.