geweten
Nederlands
Woordafbreking
- ge·we·ten
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘besef van goed en kwaad’ voor het eerst aangetroffen in 1588 [1]
- vervoeging van weten: de stam met omvoegsel ge- -en
- vervoeging van wijten: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛɪ/ - /e/)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geweten | gewetens |
verkleinwoord | gewetentje | gewetentjes |
Zelfstandig naamwoord
geweten o
- het deel van iemand waarmee die persoon zijn daden op goed en kwaad beoordeelt.
- Als je zo'n moord kunt plegen, heb je geen geweten.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord geweten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geweten' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.