gewagen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vermelden’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
  • afgeleid van gewag met het achtervoegsel -en [2]
  • afgeleid van wagen met het voorvoegsel ge-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gewagen
gewaagde
gewaagd
zwak -d volledig

Werkwoord

gewagen [3]

  1. inergatief ~ van over iets praten, iets vermelden
    • Waar hij ook van gewaagde, hierover heeft hij niets gezegd. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • Gewag maken van iets

Gangbaarheid

  • Het woord gewagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.