gerust
Nederlands
Woordafbreking
- ge·rust
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rusten |
gerust
- voltooid deelwoord van rusten
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gerust | geruster | (gerustst) * |
verbogen | geruste | gerustere | (gerustste) * |
partitief | gerusts | gerusters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gerust
- zonder angst of zorg
- Na dat gesprek was hij in een heel wat gerustere stemming dan voorheen.
Hyponiemen
Bijwoord
gerust
- op geruste wijze
- Bekijk gerust de hulppagina's eens.
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- geruststellen: Dat stelde hem gerust.
Typische woordcombinaties
- ga gerust uw gang
ga onbezorgd verder
Gangbaarheid
- Het woord gerust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gerust' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "gerust" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- gerust op website: Etymologiebank.nl
- Omschreven trappen van vergelijking (algemeen) op website: http://taaladvies.net; punt 3.; geraadpleegd 2017-05-21
- Haeseryn, W. e.a. "6·4·3·1·ii Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website E-ANS: ans.ruhosting.nl; punt 4.; geraadpleegd 2017-05-21
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.