gerstekorrel
Nederlands
Woordafbreking
- ger·ste·kor·rel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gezwelletje aan ooglid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1871 [1]
- samenstelling van gerst zn en korrel zn met het invoegsel -e- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gerstekorrel | gerstekorrels |
verkleinwoord | gerstekorreltje | gerstekorreltjes |
Zelfstandig naamwoord
gerstekorrel m [3]
- (plantkunde) zaadkorrel van gerst
- (medisch) klein gezwel aan een ooglid
- zeker patroon in breisteek
- zekere soort van wit weefsel, genoemd naar het erin geweven patroon
Gangbaarheid
- Het woord gerstekorrel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.