geriefelijk
Nederlands
Woordafbreking
- ge·rie·fe·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van gerief (stam van het werkwoord gerieven) met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geriefelijk | geriefelijker | geriefelijkst |
verbogen | geriefelijke | geriefelijkere | geriefelijkste |
partitief | geriefelijks | geriefelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
geriefelijk
- heel comfortabel en prettig
- Hij woonde in een geriefelijke woning
Verwante begrippen
- comfortabel, gemakkelijk, gerieflijk, welbehaaglijk
Gangbaarheid
- Het woord geriefelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geriefelijk' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.