comfortabel

Nederlands

comfortabel openbaar vervoer
Uitspraak
Woordafbreking
  • com·for·ta·bel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘gerieflijk’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen comfortabelcomfortabelercomfortabelst
verbogen comfortabelecomfortabelerecomfortabelste
partitief comfortabelscomfortabelers-

Bijvoeglijk naamwoord

comfortabel

  1. gerieflijk, aangenaam om in te verkeren
    • Ademhalen voor ‘RCO meets Europe’? Alle 28 lidstaten van de EU zullen straks worden bezocht, al is de uitsmering over drie seizoenen comfortabel.[3] 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord comfortabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.