geograaf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geo·graaf
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aardrijkskundige’ voor het eerst aangetroffen in 1813 [1]
  • met het voorvoegsel geo- en met het achtervoegsel -graaf [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord geograaf geografen
verkleinwoord geograafje geograafjes

Zelfstandig naamwoord

geograaf m

  1. (aardrijkskunde) (beroep) iemand die de relatie tussen mensen en hun natuurlijke omgeving vanuit een ruimtelijk perspectief bestudeert, en de natuurlijke gesteldheid van de bodem bestudeert
Synoniemen
Hyponiemen
  • taalgeograaf
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord geograaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.