gems
Nederlands
Woordafbreking
- gems
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1515 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gems | gemzen |
verkleinwoord | gemsje | gemsjes |
Vertalingen
1. in de Alpen levende soort berggeit
Gangbaarheid
- Het woord gems staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gems' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.