geldzaak
Nederlands
Woordafbreking
- geld·zaak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geld en zaak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geldzaak | geldzaken |
verkleinwoord | geldzaakje | geldzaakjes |
Zelfstandig naamwoord
geldzaak v/m
- een kwestie die (alleen maar) gaat over geld
- De hoogte van de functieschaal van een docent is alleen maar een geldzaak en heeft niets te maken met zijn opleiding of zijn didactische kwaliteiten.
- financiën
- Zij heeft haar geldzaken goed voor elkaar want ze controleert altijd al haar post en betaalt altijd direct haar rekeningen.
Gangbaarheid
- Het woord geldzaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geldzaak' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.