geldpot
Nederlands
Woordafbreking
- geldĀ·pot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geld en pot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geldpot | geldpotten |
verkleinwoord | geldpotje | geldpotjes |
Zelfstandig naamwoord
geldpot m
- een aarden vat waarin met geld kan bewaren
- (figuurlijk) een hoeveelheid geld die men ergens voor kan gebruiken
- Ook uit data van onderzoeksbureau Hedge Fund Research bleek recentelijk dat het niet best gaat met hedgefondsen: het totaal beheerde vermogen daalde het afgelopen kwartaal met 40 miljard euro, onder meer door verliezen op beleggingen. De totale hoeveelheid geld die hedgefondsen beleggen, is geslonken naar 2.510 miljard euro. Daarmee is de geldpot van de fondsen voor het eerst sinds 2008 kleiner geworden. Ook uit andere onderzoeken blijkt dat hedgefondsen vaak rendementen halen van minder dan de gemiddelde beursindexen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord geldpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geldpot' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC 2 mei 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.