geaccidenteerd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ac·ci·den·teerd
Woordherkomst en -opbouw
  • pseudodeelwoord afgeleid van Frans  accidenté ww  met het omvoegsel ge- -eerd, in de betekenis van ‘ongelijk (van bodem)’ voor het eerst aangetroffen in 1875 [1][2][3]
stellend
onverbogen geaccidenteerd
verbogen geaccidenteerde
partitief geaccidenteerds

Bijvoeglijk naamwoord

geaccidenteerd

  1. met een ongelijk grondoppervlak vol hoogteverschillen door bijvoorbeeld heuveltjes, begroeiing, sloten, wallen en kuilen
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord geaccidenteerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.