gastronoom

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gas·tro·noom
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Griekse γαστήρ 'gastḗr' (maag) met het achtervoegsel -noom
enkelvoud meervoud
naamwoord gastronoom gastronomen
verkleinwoord gastronoompje gastronoompjes

Zelfstandig naamwoord

gastronoom m

  1. iemand die zich met gastronomie bezighoudt, een lekkerbek
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gastronoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.