gastles
Nederlands
Woordafbreking
- gast·les
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gast en les
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gastles | gastlessen |
verkleinwoord | gastlesje | gastlesjes |
Zelfstandig naamwoord
gastles v/m
- (onderwijs) een les die gegeven wordt door iemand anders dan de vaste docent
- De wethouder gaf een gastles aan de studenten bestuursrecht.
Gangbaarheid
- Het woord gastles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gastles' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.