gastles

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gast·les
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gastles gastlessen
verkleinwoord gastlesje gastlesjes

Zelfstandig naamwoord

gastles v/m

  1. (onderwijs) een les die gegeven wordt door iemand anders dan de vaste docent

Gangbaarheid

  • Het woord gastles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.