garantiebewijs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·ran·tie·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord garantiebewijs garantiebewijzen
verkleinwoord garantiebewijsje garantiebewijsjes

Zelfstandig naamwoord

garantiebewijs o

  1. bewijs dat men recht op een gedane belofte heeft vaak gaat het om een recht op vergoeding bij slecht functioneren van een product of de garantie dat iets 'echt' is
    • De kassabon dient als betalingsbewijs, aankoopbewijs en garantiebewijs en dient overhandigd te worden als er artikelen geruild moeten worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord garantiebewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.