gamma

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gam·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘Griekse letter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1581 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gamma gamma's
verkleinwoord gammaatje gammaatjes

Zelfstandig naamwoord

gamma v / m / o

  1. de derde letter van het Griekse alfabet
  2. lettercijfer voor 0,001 mg
  3. toonladder
  4. naar sterkte, intensiteit enz. geordende reeks
Synoniemen
Hyponiemen
  • dienstengamma
  • kleurengamma
  • modellengamma
  • productengamma
  • productgamma
  • rentegamma
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gamma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈgɑmɑ /
Woordafbreking
  • gam·ma

Zelfstandig naamwoord

gamma, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gamme
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈgɑmɑ /
Woordafbreking
  • gam·ma

Zelfstandig naamwoord

gamma, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gamme
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

gamma

  1. verouderde spelling of vorm van gamme van vóór 2012 [1]
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van gamme, v

Verwijzingen

  1. Taalhervorming vanaf 1 augustus 2012:
    Ny rettskriving for 2000-talet, punt 3.1.4 (in het Nynorsk)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.