galbak
Nederlands
Woordafbreking
- gal·bak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gal zn en bak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | galbak | galbakken |
verkleinwoord | galbakje | galbakjes |
Zelfstandig naamwoord
galbak m
- (pejoratief) heel vervelend persoon
- Zo’n eeuwige galbak als Ola Toivonen, al na tien seconden velde hij een Italiaan met zijn arm, diep van binnen - en ik haatte mezelf erom - had ik respect voor het bloeddorstige signaal dat hij afgaf: die eikel begrijpt het. Ik gruwel trouwens onmiddellijk bij het idee dat de Zweden de Italianen vanavond uitschakelen. Een WK zonder Italië is geen WK. [1]
- chagrijnig persoon
- De relatie liep begin dit voorjaar stuk vanwege Waylons zware depressie. "Eerst had Joëlle de allerleukste, meest succesvolle gozer die er was en die veranderde binnen een maand in een depressief galbakje." [2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'galbak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'galbak' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Hugo Borst 13-11-17 Als Zweden wint, moet Zlatan mee naar WK
- De Telegraaf 28 nov. 2015 Waylon bevestigt relatie met ex
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.