zeurkous

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeur·kous
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘iemand die zanikt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1855 [1]
  • samenstelling van  zeur ww  en  kous  
enkelvoud meervoud
naamwoord zeurkous zeurkousen
verkleinwoord zeurkousje zeurkousjes

Zelfstandig naamwoord

zeurkous v / m

  1. (scheldwoord) (informeel) iemand die steeds zeurt
    • Een grote zeurkous. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zeurkous staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.