gaarkeuken
Nederlands
Woordafbreking
- gaar·keu·ken
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘spijshuis’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- samenstelling van gaar en keuken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaarkeuken | gaarkeukens |
verkleinwoord | gaarkeukentje | gaarkeukentjes |
Zelfstandig naamwoord
gaarkeuken v/m
- een instelling die in tijden van honger en gebrek tracht door het beschikbaar stellen van gratis voedsel de nood te lenigen
Vertalingen
1. instelling die gratis voedsel beschikbaar stelt
Gangbaarheid
- Het woord gaarkeuken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gaarkeuken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.