fusie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fu·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het samengaan’ voor het eerst aangetroffen in 1636 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fusie fusies
verkleinwoord fusietje fusietjes

Zelfstandig naamwoord

fusie v

  1. het samenvoegen van meerdere delen tot één geheel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fusie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.