ftaalzuur
Nederlands
Woordafbreking
- ftaal·zuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ftaal en zuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ftaalzuur | ftaalzuren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ftaalzuur o
- (scheikunde) ieder van de drie benzeendicarbonzuren
- Met ftaalzuur wordt vaak orthoftaalzuur bedoeld, maar dit is niet geheel juist.
Synoniemen
- benzeendicarbonzuur
Hyponiemen
- orthoftaalzuur, isoftaalzuur, tereftaalzuur
Gangbaarheid
- Het woord ftaalzuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ftaalzuur' herkend door:
7 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.