fricatief

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fri·ca·tief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘wrijvingsmedeklinker’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord fricatief fricatieven
verkleinwoord fricatiefje fricatiefjes

Zelfstandig naamwoord

fricatief m

  1. (taalkunde) een medeklinker die geproduceerd wordt met een gedeeltelijke obstructie ergens in het spraakkanaal
    • In het Nederlands worden stemhebbende fricatieven, net als stemhebbende plosieven, aan het eind van een lettergreep stemloos gemaakt. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fricatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
21 %van de Nederlanders;
34 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.