filmfestival

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·fes·ti·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmfestival filmfestivals
verkleinwoord filmfestivalletje filmfestivalletjes

Zelfstandig naamwoord

filmfestival o

  1. (filmkunst), (feest) feestelijk evenement waarbij het tonen van films centraal staat
    • Op het vijfde filmfestival van San Francisco is de Nederlandse documentaire „Het Huis" onderscheiden met de eerste prijs in de categorie korte documentaires.[1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord filmfestival staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Provinciale Zeeuwse Courant, 17 november 1961
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.