fietsketting
Nederlands
Woordafbreking
- fiets·ket·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fiets en ketting
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fietsketting | fietskettingen |
verkleinwoord | fietskettinkje | fietskettinkjes |
Zelfstandig naamwoord
fietsketting v/m
- onderdeel van de kettingaandrijving van een fiets voor de energieoverdracht van de trapas naar het achterwiel via een systeem van ketting en tandwielen
- Omdat de fietsketting was gebroken, kwam hij te laat op school.
Vertalingen
1. onderdeel van de kettingaandrijving van een fiets
Gangbaarheid
- Het woord fietsketting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fietsketting' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.