fideliteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·de·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘trouw’ voor het eerst aangetroffen in 1569 [1]
  • afgeleid van fideel met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fideliteit fideliteiten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

fideliteit [3]

  1. trouw, getrouwheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fideliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.