feestneus
Nederlands
Woordafbreking
- feest·neus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van feest en neus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestneus | feestneuzen |
verkleinwoord | feestneusje | feestneusjes |
Zelfstandig naamwoord
feestneus m
- een grappig masker voor de neus dat je kunt dragen op een feest
- iemand die graag feestviert
- “Men kan de ervaren netwerker gemakkelijk herkennen. Bij zijn binnenkomst op een receptie houdt hij de pas in en overziet in één oogopslag het gezelschap. Vervolgens zal hij zich zigzaggend door de ruimte begeven en korte gesprekken aanknopen met degenen die hij werkelijk belangrijk vindt. Daarna zal hij vertrekken. De ervaren netwerker is geen feestneus.” [1]
Gangbaarheid
- Het woord feestneus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'feestneus' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Twan van de Kerkhof 3 mei 1996
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.