feestdag
Nederlands
Woordafbreking
- feest·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van feest ww en dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestdag | feestdagen |
verkleinwoord | feestdagje | feestdagjes |
Zelfstandig naamwoord
feestdag m
- dag waarop feest gevierd wordt
- jaarlijks terugkerende erkende gedenkdag die gevierd wordt
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord feestdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'feestdag' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.