ezelsvel
Nederlands
Woordafbreking
- ezels·vel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ezel zn en vel zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ezelsvel | ezelsvellen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ezelsvel o [1]
- het vel van een ezel
- De sprookjestoon is hier niet toevallig, want het verhaal over de Heilige Dymphna lijkt in het begin heel goed op dat over Ezelsvel uit de Sprookjes van Moeder de Gans. [2]
- ironisch: diploma
- De IgNobels worden jaarlijks toegekend in Harvard, rond het ogenblik van de echte Nobelprijs. De winnaars krijgen hun ignobele prijs uit de handen van echte Nobels, al durft lang niet iedereen zijn ezelsvel komen ophalen. Sommige echte Nobels twijfelen ook als ze gevraagd worden. [3]
- perkament
Gangbaarheid
- Het woord ezelsvel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ezelsvel' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Standaard 20 AUGUSTUS 1998 Eric Hulsens Straffe kost
- De Standaard 03 JANUARI 2000 Pieter Van Dooren De wereld ís raar
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.