exclameren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·cla·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse exclamer (met het voorvoegsel ex- en met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
exclameren
exclameerde
geëxclameerd
zwak -d volledig

Werkwoord

exclameren

  1. overgankelijk uitroepen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'exclameren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.