exclamatie
Nederlands
Woordafbreking
- ex·cla·ma·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitroep’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- Naamwoord van handeling van exclameren met het achtervoegsel -atie (met het voorvoegsel ex-)
- afgeleid van het Franse exclamation of daarvoor van het Latijnse 'exclamatio'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exclamatie | exclamaties |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord exclamatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'exclamatie' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.