epitheton

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·the·ton
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘bijnaam’ voor het eerst aangetroffen in 1663 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'tithèmi' [ik leg, plaats] met het voorvoegsel epi- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord epitheton epitheta
verkleinwoord epithetonnetje epithetonnetjes

Zelfstandig naamwoord

epitheton o [3]

  1. bijvoeglijk naamwoord dan wel een metafoor in compacte vorm, die als bijvoeglijke zinsnede wordt gebruikt
  2. (biologie) het tweede, de soort aanduidende woord in de binaire nomenclatuur (het eerste duidt het geslacht aan)
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord epitheton staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.