enter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘eenjarige koe’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord enter enters
verkleinwoord entertje entertjes

Zelfstandig naamwoord

[A] enter m [3]

  1. (dierkunde) een eenjarig dier
Synoniemen
Verwante begrippen
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord enter -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[B] enter v/m

  1. (informatica) een toets van een tekstverwerker-, rekenmachine-, computertoetsenbord etc. waarmee de invoer van data op een nieuwe regel wordt voortgezet, danwel voor verwerking wordt vrijgegeven
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
enteren

enter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van enteren
    • Ik enter. 
  2. gebiedende wijs van enteren
    • Enter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van enteren
    • Enter je? 

Gangbaarheid

  • Het woord enter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to enter
he/she/it enters
verleden tijd entered
voltooid
deelwoord
entered
onvoltooid
deelwoord
entering
gebiedende wijs enter

Werkwoord

enter

  1. binnengaan
enkelvoud meervoud
enter enters

Zelfstandig naamwoord

enter

  1. (dierkunde): enter
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.