enter
Nederlands
Woordafbreking
- en·ter
Zelfstandig naamwoord
[B] enter v/m
- (informatica) een toets van een tekstverwerker-, rekenmachine-, computertoetsenbord etc. waarmee de invoer van data op een nieuwe regel wordt voortgezet, danwel voor verwerking wordt vrijgegeven
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
enteren |
enter
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van enteren
- Ik enter.
- gebiedende wijs van enteren
- Enter!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van enteren
- Enter je?
Gangbaarheid
- Het woord enter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'enter' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- Geluid: enter (US) (hulp, bestand)
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to enter |
he/she/it | enters |
verleden tijd | entered |
voltooid deelwoord |
entered |
onvoltooid deelwoord |
entering |
gebiedende wijs | enter |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.