enkeling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van enkel met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord enkeling enkelingen
verkleinwoord enkelingetje enkelingetjes

Zelfstandig naamwoord

enkeling m [1]

  1. één individu, één persoon
    • De wetgever heeft niet alleen te maken met de belangen van een groep of de samenleving als geheel maar ook met de rechten en plichten van een enkeling. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord enkeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.