ieder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ieder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈidər/
Woordafbreking
  • ie·der
naamwoord
onverbogen ieder
verbogen iedere
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]

Onbepaald voornaamwoord

ieder

  1. elk, alle afzonderlijk,
    • In ieder geval. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ieder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen


Gronings

Zelfstandig naamwoord

ieder o

  1. (element)(scheikunde) ijzer; een scheikundig element met het symbool Fe en het atoomnummer 26. Het is een grijs overgangsmetaal. Het is instaat om warmte en elektriciteit te geleiden in vaste toestand
Afkorting


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

ieder

  1. (element)(scheikunde) ijzer; een scheikundig element met het symbool Fe en het atoomnummer 26. Het is een grijs overgangsmetaal. Het is instaat om warmte en elektriciteit te geleiden in vaste toestand
Afkorting
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.