oneffenheid
Nederlands
Woordafbreking
- on·ef·fen·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oneffenheid | |
verkleinwoord | oneffenheidje | oneffenheidjes |
Zelfstandig naamwoord
oneffenheid v [1]
- een plaats waar het ruw, niet vlak is
- De schokdemping is flink stug, waardoor je elke oneffenheid in het wegdek voelt. Volvo heeft met de V40 vól ingezet op een lagere bijtelling. Dat ging met name om diesels. Hierdoor is het aantal aangeboden exemplaren groter dan de vraag. Goed nieuws dus voor de occasionkoperBij de Volvo-dealer in Groningen stuiten wij op een zwarte D2 Kinetic die nog maar net is ingereden. De zakenauto (2016, 18.000 km) kost €21.900.[2]
- een kleine fout
- Toch zijn er vanuit het origineel ook enkele minpuntjes bij in geslopen. Zo blijven enkele technische oneffenheden aanwezig zoals gebieden die in het zicht inladen en muziek of tekst die ineens stopt. Bovendien zie je ondanks de hogere resolutie en toevoeging van HDR wel dat het om een wat oudere game gaat.[3]
Gangbaarheid
- Het woord oneffenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oneffenheid' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 15 sep. 2017
- de Telegraaf ROY RIJSDIJK (XGN.NL) 22 dec. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.