eensdeels

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eensĀ·deels
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

eensdeels

  1. aan de ene kant, voor een bepaald deel
    • De Staat behoeft slechts zijn plicht te doen, .., waardoor eensdeels het ruilverkeer wordt vermeerderd en ten andere de vruchtbaarheid van de bodem wordt verhoogd.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord eensdeels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. blz 24-25 De Economist, Volume 32, Deel 1
    Jacob Leonard de Bruyn Kops, Nederlands Economisch Instituut
    Uitgeverij H. E. Stenfert Kroese, 1883
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.