educatie
Nederlands
Woordafbreking
- edu·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘opvoeding’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- afgeleid van het Franse éducation (met het achtervoegsel -atie) [2] of daarvoor van het Latijnse 'educatio' (met het voorvoegsel ex-) [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | educatie | educaties |
verkleinwoord | - | - |
Hyponiemen
- basiseducatie, co-educatie, milieueducatie, natuureducatie, re-educatie, tele-educatie, volwasseneneducatie
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord educatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'educatie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.