echter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  echter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛxtər/
Woordafbreking
  • ech·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘nevenschikkend voegwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1641 [1]

Voegwoord

echter

  1. een beperkende tegenwerping, introduceert een zin(sdeel) dat het voorgaande zin(sdeel) beperkt
    • Hij beweerde dat paarden vijf poten hebben. Dit bleek echter niet te kloppen. 
    • Het leek erop dat hij ernstig gewond was. De volgende dag echter zag ik hem alweer door de stad fietsen. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

echter

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van echt

Gangbaarheid

  • Het woord echter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.