duplo
Nederlands
Woordafbreking
- du·plo
Woordherkomst en -opbouw
- [1] van de merknaam "Duplo", een variant van LEGO voor jonge kinderen met grotere blokken, zodat er geen gevaar bestaat voor inslikken
- [2] teruggevormd uit in duplo "in afschrift, in kopie" [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duplo | [2]: duplo's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
duplo o
- (speelgoed) aan elkaar klemmende felgekleurde blokjes waarmee jonge kinderen iets kunnen maken
- En dan het kind zelf. Die interesseert zich niet voor Montmartre of het uitzicht op de Mont Blanc; die was liever thuis gebleven om met zijn duplo te spelen. [2]
- Zij zit op de grond, bij haar duplo, en draait een rood blokje tussen haar vingers. ‘Mamma! Hoeveel koningen en koninginnen zijn er in Europa?’ [3]
- (verouderd) versie van een tekst die identiek is aan het origineel
- Waarom hebt U me niet geschreven dat hetgeen ik stuurde niet mooi was of niet goed genoeg voor Hollands Maandblad! Nu ik van die dingen geen duplo heb weet ik het niet meer. Ze zijn gemaakt in een zenuwachtige tijd (examens en velerlei afmattend gemier met het ‘Leids Universiteits Blad’). [4]
- Door den havenmeester zal voor die betaling bewijs in duplo worden afgegeven aan den belanghebbende. Tegen de overgifte van het duplo der quitantie door laatstgemelde aan den kommanderenden officier van 's Konings wachtschip, zullen de bedoelde hulpmiddelen aan de gedachte belanghebbende verstrekt worden. [5]
- 1. aan elkaar klemmende felgekleurde blokjes waarmee jonge kinderen iets kunnen maken
- 2. versie van een tekst die identiek is aan het origineel (verslag hoorzitting in de VS)
Gangbaarheid
- Het woord 'duplo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'duplo' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- duplo op website: Etymologiebank.nl
- Nijland, R. "Kinderdragers" in: De Volkskrant jrg. 73 nr. 21469 (25 februari 1995); p. 56 (V 4) kol. 5; geraadpleegd 2018-10-07
- Daalen, M. van "Mijn dochter en de taal" in: Raster. Nieuwe reeks. 56 nr. 4 (1991) De Bezige Bij, Amsterdam; ISBN 90 234 1375 X; p. 14; geraadpleegd 2018-10-07
- Biesheuvel, J.M.A. "Brief aan K.L. Poll (11 okotber 1964)" in: Hollands Maandblad. 649 jrg. 43 nr. 12 (december 2001) Stichting Hollands Maandblad / Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam; p. 9; geraadpleegd 2018-10-07
- "Reglement omtrent het gebruik der kat-ankers, liggende aan den mond der haven van het Nieuwe Diep" in: Hamelsveld, W.Y. Nederlandsche pandecten, of Verzameling van wetten in het Koninkrijk der Nederlanden deel 3 (1832) Weduwe J. Allart, Rotterdam; p. 149 art. 2; geraadpleegd 2018-10-07
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.