dubbelzinnig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·bel·zin·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van dubbel en zin met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen dubbelzinnigdubbelzinnigerdubbelzinnigst
verbogen dubbelzinnigedubbelzinnigeredubbelzinnigste
partitief dubbelzinnigsdubbelzinnigers-

Bijvoeglijk naamwoord

dubbelzinnig

  1. met meerdere betekenissen, wat je op meer manieren kunt uitleggen (waarvan één betekenis soms erotische geladen is), vaak grappig bedoeld.
    • De man maakte te veel dubbelzinnige opmerkingen. 
    • De grappenmaker maakte veel dubbelzinnige opmerkingen. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dubbelzinnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.