druipen
![](../I/m/Drop_of_water_2003_03.jpg)
Druipend water
Nederlands
Woordafbreking
- drui·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
druipen 'drʌʏ.pə(n) |
droop drop |
gedropen ɣə.'dro.pə(n) |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
druipen
- ergatief het vallen van druppels
- Deze hars is miljoenen jaren geleden uit de bomen gedropen en daarna versteend tot barnsteen.
- inergatief het produceren van druppels
- Ik geloof dat ik nog nooit zo hard gedropen heb van het zweet.
- overgankelijk (kunst) het laten vallen van druppels verf als schildertechniek
- Uiterst beheerst wordt de verf over het doek gedropen.
Hyponiemen
- afdruipen, bedruipen, doordruipen, nederdruipen, uitdruipen, wegdruipen
Afgeleide begrippen
- druiper, druiperig, druipkaars, druiplijst, druipnat, druipneus, druippan, druiprek, druipsnor, druipsteen
Gangbaarheid
- Het woord druipen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'druipen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.