droop
Nederlands
Woordafbreking
- droop
Werkwoord
vervoeging van |
---|
druipen |
droop
- enkelvoud verleden tijd van druipen
- Ik droop.
- Jij droop.
- Hij, zij, het droop.
- Ik droop.
Gangbaarheid
- Het woord droop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'droop' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.