afdruipen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afdruipen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈɑfdrœʏpə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɑfdrœːpə(n)/
Woordafbreking
- af·drui·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en druipen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afdruipen ˈɑfdrœʏpə(n) |
droop af dropˈɑf |
afgedropen ˈɑfxəˈdropə(n) |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
afdruipen
- ergatief het geleidelijke proces waarmee aangehecht vocht van een vast oppervlak valt
- Het zeepsop droop langzaam van de borden af.
- ergatief smadelijk weggaan
- Er zat na die onverwacht felle tegenstand niet veel anders op dan af te druipen.
Gangbaarheid
- Het woord afdruipen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afdruipen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.