droogkap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droog·kap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord droogkap droogkappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

droogkap v/m [1]

  1. een kap die over het hoofd wordt gezet om het sneller te drogen met warme lucht
    • „Ik heb hier alles wat een kapperszaak in de winkelstraat ook heeft”, zegt ze terwijl ze door haar salon kijkt. Alleen een dure droogkap ontbreekt. „Permanenten en watergolven doe ik niet. Dat heb ik op school zo vaak gedaan, dat ik het beu was. Die rolletjes indraaien en zo, niet mijn ding.”[2] 
    • Vier euro kostte het apparaat, op een rommelmarkt in Duitsland. Een opblaasbare haardroogkap uit de jaren zeventig. Het oudere echtpaar dat 'm verkocht, bezwoer haar dat hij nog werkte. Maar Susanne Helmer was vooral geïnteresseerd in de verpakking. Eenmaal thuis bleef ze kijken naar de jonge vrouw die op de doos stond afgebeeld.[3]  
Synoniemen
  • haardroogkap
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord droogkap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Marlie van Zoggel 30 maart 2016
  3. Volkskrant Pauline Kleijer 20 september
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.