dronk

Nederlands

Uitspraak
Uitspraak
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /drɔŋk/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /drɔŋk/
Woordafbreking
  • dronk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dronk dronken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dronk m [2] [3]

  1. (drinken) het drinken
  2. toost, toast
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
drinken

dronk

  1. enkelvoud verleden tijd van drinken
    • Ik dronk. 
    • Jij dronk. 
    • Hij, zij, het dronk. 

Gangbaarheid

  • Het woord dronk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
stellend
dronk

Bijvoeglijk naamwoord

dronk

  1. dronken
  1. «Jy is dronk
    Je bent dronken!
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.