drinkgeld
Nederlands
Woordafbreking
- drink·geld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van drink ww en geld zn , vergelijk Duits Trinkgeld [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drinkgeld | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
drinkgeld o
- klein bedrag als onverplichte blijk van waardering voor bewezen diensten
- Een Vlaming geeft wel eens drinkgeld in het restaurant, een Nederlander geeft een fooi. [2]
- (figuurlijk) relatief verwaarloosbaar bedrag
- Zlatan Ibrahimovic werd verkocht aan Juventus. De tovenaar mocht weg, voor slechts 16 euro. Real Madrid betaalde voor de houthakker Woodgate 24 miljoen; Manchester had meer dan 40 miljoen over voor de voetbalfoetus Rooney. Zlatan: 16 miljoen. In Italië is dat drinkgeld. [3]
- geld om alcolholische drank mee te kopen
- Een meisje van 13 zei dat ze in het weekeinde acht glazen per avond drinkt. Ze was een kind in een vrijwel volwassen lichaam. Het drinkgeld kwam van haar ouders en ze ging zelfs met haar ouders uit. [4]
Gangbaarheid
- Het woord drinkgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'drinkgeld' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tien verschillen (26 november 1998) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-06-22
- Camps, H. Spektakel (4 september 2004) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-06-22
- Huygen, M. Straf de jeugd (21 februari 2001) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-06-22
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.