douane
Nederlands
![](../I/m/Douane_du_Brassus_-_img_40482.jpg)
Douane tussen Frankrijk en Zwitserland
Woordafbreking
- dou·a·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dienst voor in- en uitvoerrechten’ voor het eerst aangetroffen in 1813 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | douane | douanen douanes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
douane v/m
- een overheidsdienst die belast is met de controle op het internationaal verkeer van mensen, dieren en goederen
- iemand die bij de douane werkt
Synoniemen
- grenswacht
Afgeleide begrippen
- douane-unie, douaneambtenaar, douanebeambte, douanepapieren, douanetoezicht, douanevervoer, douanewet, douanewetgeving, douanier
Vertalingen
1. een overheidsdienst die belast is met de controle op het internationaal goederenverkeer
Gangbaarheid
- Het woord douane staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'douane' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.