dope
Nederlands
Woordafbreking
- dope
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘stimulerend middel’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
- van het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dope | dopes |
verkleinwoord | - | - |
Woordafbreking
- do·pe
Gangbaarheid
- Het woord dope staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dope' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Zelfstandig naamwoord
dope v
- (spreektaal) speed, drugs
- «On avait planqué la dope dans le coffre.»
- We hadden de dope in de koffer verstopt. [1]
- «On avait planqué la dope dans le coffre.»
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.